zaterdag 25 juli 2020

Zijn we nu snobs of niet als we de massatoerist ontwijken?

Pointe Droset in fijnproeversversie
Als achtergrond : op zomerweekends met mooi weer ontvluchten de Italianen met tienduizenden de hitte van de steden in de Po-vlakte. De wegen op het plateau van de Mont Cenis veranderen dan in één grote pop-up camping. 
Toch wilden we "iets" doen op de Pointe Droset (2917): mooi uitzichtspunt, veel bergmeertjes, veel bloemen, kort bij ons appartementje, interessante ruïnes,... : redenen genoeg. Maar dan liefst op zo'n manier dat de rust van de pure natuur haar weldadige balsem op onze door stress en materialisme overbelaste hersenen kan laten stromen, want daarvoor dient deze vakantie - ja toch?
Na wat puzzelen kwam volgend circuit uit de bus. En dat werkte wonderwel : op maar twee plekken werden we overspoeld met luide Italianen met fluo kledij, voor de rest was het puur genieten van wandelen, natuur en uitzicht. 

Start bij de Refuge du Petit Mont Cenis (2125). Na een dik half uur de eerste meertjes: de Lacs Perrin (2372). Daar kiezen we voor een lastiger pad dat op een listige manier alle vlakkere stukken in een steile rotsbarrière aaneenrijgt. Het brengt ons naar de Lacs Giaset. Bij het grootste van die meren (2664) blijven we een heel eind kijken hoe dikke forellen vliegjes van het wateroppervlak weghappen.

Topo : de gemakkelijkste maar saaiste route naar de Pointe Droset is via de muilezelpiste van het fort.
De route via Lacs Perrin en Lacs Giaset is veel mooier. Die laatste verbeterden we nog op twee punten :
- in plaats van af te dalen via de militaire piste namen we de noordgraat van de Pointe de Droset. Die is eerst een brede vlakte zonder pad. Waar ze versmalt is er een duidelijk pad dat afdaalt tot in Fort de Patacreuse.
- de laatste 3 km over asfalt kan je met een kleine omweg vermijden. Neem de "GR du Pays" die ca. 500 m rechts van de asfalt loopt. Rustiger en veel mooier.

Hut : Refuge du Petit Mont Cenis

Het eerste Lac Perrin. Aan de overkant de Roche d'Etache
Het Lac Giaset. Aan de overkant deMonte Guisalet
Dan ging het min of meer recht omhoog naar het fort op de Pointe Droset. Het padje is bezaaid met resten prikkeldraad en blikafval van de soldaten die dit fort ooit bewaakten. In en rond het fort was het één drukte van Italiaanse mountainbikers en stappers die de veel gemakkelijker militaire weg hadden genomen. Wat een drukte!
Voor de afdaling waren die militaire wegen dus te mijden. We kozen voor een veel mooiere route: langs de kam die het stuwmeer domineert. Op het hoogste punt van die kam: een stuk of vijf koninginnepages. 
Het viel ons ineens op dat er dit seizoen wel erg weinig vlinders zijn. Normaal zitten bloeiende alpenweiden vol vlinders, dit jaar zien we er maar hier en daar één. Zou het grote uitsterven van insecten dat al een jaar of 10-15 een probleem is in landbouwstreken via mest of zo nu ook in de Alpenweiden terecht komen? 
Na een bezoek aan de resten van het Fort de Patacreuse was er geen ontsnappen aan de drukte. Voor één keer sneden we alle haarspeldbochten af en we ondergingen gelaten de commentaren ("papa, ik wil ook op dat paadje" - ja kereltje, doe dan ook bergschoenen aan ipv. strandsandalen) en het gestaar ipv. de gebruikelijke "bonjour".
Zodra we konden namen we het GR pad dat parallel loopt met de asfaltweg. Zalige afsluiter, niemand (behalve twee boeren die hier wonen en werken). 
Bij de hut kwamen we exact op hetzelfde moment toe als Peter. Hij koos voor een zen wandeling naar net de grens over, langs Lac de Savine naar Rifugio Vaccarone. Een andere aanrader voor fijnproevers. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten